Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kathedraal   Notre-Dame van Chartres


Een van de bekendste Franse kathedralen is die van Chartres. Deze kerk bevat de belangrijkste collectie middeleeuwse glas-in-loodvensters, zowel uit de 12e, als uit de 13e eeuw.
Van de romaanse kathedraal, die in 1194 afbrandde, is vooral een deel van de westgevel bewaard met de rechter toren, de beroemde portalen ('portail Royal') en drie grote vensters met hun 12e-eeuwse glas-in-lood.
Het fraaie roosvenster erboven hoort bij de nieuwbouw van na de brand. De noordertoren heeft een laat-gotische torenbekroning, zodat hier in één oogopslag de hele middeleeuwen te overzien zijn. Alleen voor de restanten van de voorlopers van de romaanse kathedraal moet je in de crypte afdalen.
De kathedraal ligt mooi en steekt hoog boven de huizen uit. Een wandeling om de kerk heen laat veel details zien, zoals de oude luchtbogen met zuiltjes als spaken van een wiel. Het interieur maakt grote indruk door het gekleurde licht dat door de fraaie vensters valt. Hoog zijn grote figuren te zien, lager vele kleine taferelen. De hoge wanden van de transeptgevels geven door hun forse lancet- en roosvensters een zee van licht.

Chartres is de eerste hoog-gotische kathedraal, want hier zijn de vroeg-gotische zesdelige ribgewelven vervangen door vierdelige, passend bij de langwerpige traveeën die als het ware de vierkante van het oudere gebonden stelsel opdeelden.
Ook de vensters van de lichtbeuk luiden een nieuwe periode in. In de lichtbeuk zijn steeds twee lancetvensters in een rondboognis samengevat met een roosvenster. Dit is de eerste vorm van de tracering, die daarna in de kathedraal van Reims uitgewerkt wordt tot de ons zo vertrouwde rankere vorm.
De beelden van de rijke portalen van het transept laten de ontwikkeling van de beeldhouwkunst zien sinds de relatief starre 'statue-colonnes' van de westgevel.




Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders